VluchtelingenWerk Nederland verwacht dat het kabinet alle derdelanders uit Oekraïne voorlopig blijft opvangen, nu de Raad van State dinsdagavond heeft bepaald dat zes van hen in Nederland mogen blijven tot er duidelijkheid is over hun positie. Die voorlopige voorziening is volgens de Raad richtinggevend: andere derdelanders in dezelfde omstandigheden krijgen dezelfde uitspraak.
VluchtelingenWerk noemt het tijdelijke oordeel van de hoogste bestuursrechter "het enige houvast dat er nu is. We gaan ervan uit dat het kabinet zal handelen in het belang van derdelanders, gemeenten en andere betrokkenen en die richtinggevende uitspraak op zal volgen." De organisatie roept op tot haast, "want zolang die duidelijkheid er vanuit het kabinet nog niet is duurt de chaotische situatie die nu is ontstaan voort". VluchtelingenWerk vraagt gemeenten om voorlopig "een pas op de plaats te maken en geen onomkeerbare stappen te zetten".
Derdelanders zijn mensen die met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne woonden. Toen Rusland dat land in 2022 binnenviel, vluchtten ze naar Nederland. Ze kregen hier bescherming. Die verliep vorige maand. Ze hadden tot dinsdag om de opvang te verlaten of asiel aan te vragen. Enkele gemeenten zijn dinsdag al begonnen met het uitzetten van derdelanders uit de opvang.
Tientallen derdelanders proberen hun uitzetting via de rechter te voorkomen. Rechtbanken spreken elkaar tegen. De zaken komen uiteindelijk bij de Raad van State terecht. De rechtbank in Amsterdam heeft de hoogste rechter in de Europese Unie gevraagd om verduidelijking van Europese afspraken over de bescherming van vluchtelingen uit Oekraïne. In afwachting van een antwoord mogen de derdelanders dus blijven. VluchtelingenWerk noemt dit "de zoveelste wending in een lange en nare achtbaan waar derdelanders en gemeenten al lang in zitten".