De inflatie in Nederland is in maart gestegen naar 3,1 procent. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een snelle raming. Daarmee lag de inflatie hoger dan in februari. Toen werd het dagelijks leven 2,8 procent duurder in vergelijking met een jaar eerder. In januari was de inflatie nog 3,2 procent.
De oplopende inflatie hangt vooral samen met de energieprijzen en de prijzen van motorbrandstoffen aan de pomp. De afgelopen tijd zijn benzine en diesel duurder geworden voor automobilisten door de stijgende olieprijzen. De prijzen van ruwe olie liggen nu op ongeveer het hoogste niveau in ongeveer vijf maanden.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode bedroeg ook 3,1 procent, tegen 2,7 procent in februari. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
Het Europese statistiekbureau Eurostat komt later in de ochtend ook met een voorlopige raming over de inflatie in de eurozone in de afgelopen maand. De inflatie in het eurogebied bedroeg in februari 2,6 procent.