Qua weer was 2021 "een jaar van extremen" voor Europa, concluderen klimaatonderzoekers die voor de Europese Unie werken in hun jaarlijkse rapport. De zomer was de warmste ooit gemeten, West-Europese landen werden geteisterd door overstromingen en het Middellandse Zeegebied had last van droogte en bosbranden.
Vooral de contrasten in 2021 vallen op, schrijft Copernicus Climate Change Service (C3S) in het Europese Staat van het Klimaat-rapport. Over het hele jaar gerekend lag de gemiddelde temperatuur slechts 0,2 graden hoger dan het gemiddelde van de afgelopen drie decennia. Dat kwam vooral doordat de lente koeler was dan normaal en de vorst lang aanhield. In de zomer werden juist temperatuurrecords gebroken.
Duitsland, België en Nederland werden getroffen door hevige overstromingen na extreme regenval, memoreren de opstellers van het rapport. In Italië werd een officieus hitterecord gevestigd van 48,8 graden. Delen van dat land, Griekenland en Turkije kregen te maken met verwoestende natuurbranden. In totaal ging in het Middellandse Zeegebied 800.000 hectare natuurgebied in vlammen op, becijfert het rapport. Dat komt neer op twee keer het oppervlak van de provincie Noord-Holland.
Het Europese hoofd aardobservatie Mauro Facchini noemt dit soort gegevens essentieel om de Europese klimaatdoelen te bereiken. Hij waarschuwt in navolging van het VN-panel van klimaatwetenschappers IPCC dat "de tijd op raakt" om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 1,5 graad ten opzichte van de pre-industriële tijd. "Dit rapport benadrukt de noodzaak om actie te ondernemen, want extreme klimaatgerelateerde gebeurtenissen doen zich nu al voor in Europa", zegt Facchini.
Een tegenvaller bij de opwekking van duurzame energie in het afgelopen jaar was de lage windsnelheid in delen van West- en Centraal-Europa. Dit probleem deed zich onder meer voor in Duitsland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Denemarken. Windmolens draaiden hierdoor minder snel en leverden zodoende minder groene stroom dan normaal. Op sommige plekken had het sinds 1979 niet zo weinig gewaaid als in 2021, aldus Copernicus.