Het verbeteringsproces van de waterkwaliteit lijkt te stagneren, erkent de Unie van Waterschappen. De koepelorganisatie reageert op het nieuws dat het water in natuur- en recreatiegebieden in Nederland vaak vervuild is met giftige bestrijdingsmiddelen.
De Unie herkent die conclusie, laat een woordvoerder weten. "Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen heeft een negatief effect op de leefomgeving en de waterkwaliteit." Waterschappen meten in sloten en plassen zelf ook regelmatig zulke overschrijdingen van de normen. Volgens onderzoek door de Universiteit Leiden in opdracht van Natuur & Milieu worden in 40 procent van de wateren de milieunormen overschreden. Schadelijke bestrijdingsmiddelen komen in lagere concentraties, die wel binnen de normen vallen, in 80 procent van de onderzochte wateren voor.
"De verbetering die eerdere jaren te zien was op de waterkwaliteit lijkt nu te stagneren", stelt de Unie. De waterschappen hebben volgens de koepel de afgelopen jaren "veel geïnvesteerd" in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar "deze stoffen blijven een bron van zorg. Vanuit de landbouwsector en ministeries blijven ook flinke inspanningen nodig om te zorgen dat deze stoffen niet in water en natuur belanden."
Volgens de waterschappen is het "cruciaal" om te voorkomen dat landbouwgif in water of de leefomgeving terechtkomt, bijvoorbeeld doordat het wegspoelt. "We onderschrijven het belang van maatregelen in landelijke wetgeving en beleid ter bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater."
De koepel laat verder nog weten dat het water van officiële zwemlocaties door de waterschappen wordt onderzocht op bijvoorbeeld blauwalg en de 'poepbacterie' E.coli. Zwemwater wordt niet op gewasbeschermingsmiddelen onderzocht.