Het UWV hoeft bij de beoordeling van mensen die een beroep doen op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) voorlopig alleen te kijken naar hoeveel zij op dit moment nog verdienen. Deze tijdelijke maatregel moet helpen de grote achterstanden bij sociaal-medische beoordelingen sneller weg te werken.
Dat staat in een voorstel van minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) dat binnenkort in consultatie gaat. Dat betekent dat belanghebbenden de gelegenheid krijgen er hun zegje over te doen, voordat het voorstel naar de Tweede Kamer en de Raad van State gaat.
De huidige regels schrijven voor dat het UWV bij werkenden met een beperking zowel een theoretische als een praktische beoordeling uitvoert om in te schatten hoeveel zij nog in staat zijn te verdienen. De uitkomst daarvan bepaalt of iemand een uitkering krijgt en hoe hoog die dan moet zijn.
Door alleen te kijken naar wat iemand daadwerkelijk verdient en de theoretische beoordeling achterwege te laten, kunnen naar schatting 2000 tot 3000 beoordelingen extra per jaar worden uitgevoerd. Het is de bedoeling dat deze maatregel ingaat per 1 juli volgend jaar en drie jaar van kracht blijft.