Olieprijzen en coronaversoepelingen China centraal op Damrak

Foto: ANP

Beleggers op de Amsterdamse beurs houden maandag onder meer de ontwikkelingen op de oliemarkt in de gaten. Het door de Europese Unie, Australië en de G7-landen ingestelde prijsplafond voor Russische olie van 60 dollar per vat treedt namelijk in werking. Ook gaat het embargo van de EU op leveringen van Russische ruwe olie over zee in. De maatregelen zijn bedoeld om Rusland te straffen voor de oorlog in Oekraïne.

De grote vraag is nu hoe Rusland zal reageren op de extra strafmaatregelen. Moskou heeft herhaaldelijk gedreigd helemaal geen olie meer te verkopen aan klanten die zich aan het westerse prijsplafond houden. Zo’n stap kan de prijzen de hoogte injagen, doordat Rusland nog altijd veel olie levert aan bijvoorbeeld India en China.

Daarnaast verwerken oliehandelaren nog het besluit van oliekartel OPEC en bondgenoten als Rusland en Kazachstan van afgelopen zondag om vast te houden aan de eerder afgesproken productieverlagingen. De zogeheten OPEC+ besloot in oktober al om tot het einde van 2023 dagelijks 2 miljoen vaten minder olie op te pompen om een daling van de prijzen tegen te gaan.

De olieprijzen lieten weinig beweging zien in afwachting van de impact en gevolgen van de maatregelen. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 80,47 dollar. Brentolie werd 0,5 procent duurder op 86,03 dollar.

De AEX-index op Beursplein 5 lijkt vrijwel vlak te beginnen aan de eerste volle week van december. Ook de andere zullen naar verwachting met kleine koersuitslagen openen.

De Aziatische aandelenmarkten gingen maandag overwegend omhoog, waarbij met name de Chinese beurzen stevige winsten lieten zien De Chinese president Xi Jinping zou hebben gezegd dat de mildere omikronvariant van het coronavirus de weg vrijmaakt voor minder strenge coronamaatregelen. De beurs in Shanghai klom 1,7 procent.

De Hang Seng-index in Hongkong dikte ruim 4 procent aan onder aanvoering van de Chinese techbedrijven. Zo steeg Tencent bijna 7 procent. De in Amsterdam genoteerde techinvesteerder Prosus, die grootaandeelhouder is van het Chinese internet- en gamebedrijf, zal daar waarschijnlijk van profiteren.

Ook Unilever staat in de belangstelling. Het levensmiddelenconcern heeft een Amerikaanse rechter gevraagd om een rechtszaak van ijsmerk Ben & Jerry’s over de verkoop van zijn Israëlische divisie te verwerpen. Volgens Unilever kiest het dochterbedrijf “hardnekkig partij” in het Israëlisch-Palestijnse conflict, waardoor het bestuur niet bevoegd is om de verkoop tegen te houden, laat staan aan te klagen.

De euro was 1,0568 dollar waard, tegen 1,0513 dollar op vrijdag.