De Deense containerrederij Maersk pauzeert de doorvoer van containerschepen in de Rode Zee, meldt het bedrijf aan persbureau Reuters. Het gaat om de doorvoer vanuit de zuidelijke zeestraat, die een belangrijke doorvoerroute is voor schepen richting Europa. Donderdag werd een Maersk-schip aangevallen met een raket toen het voor de kust van Jemen voer. De Houthi's zeiden het schip te hebben aangevallen toen de bemanning niet reageerde op een waarschuwing van de Jemenitische rebellenbeweging.
"Na het bijna-ongeluk met de Maersk Gibraltar gisteren en de zoveelste aanval op een containerschip vandaag, hebben we alle Maersk-schepen in het gebied die door de Straat Bab al-Mandab moeten varen, geïnstrueerd hun reis tot nader order te onderbreken", staat in een verklaring van Maersk, een van de grootste containervervoerders ter wereld.
Het is niet bekend wat er gebeurt met de schepen van Maersk die nu in de Rode Zee zijn. Mogelijk blijven ze in de Rode Zee liggen. "We werken nauw samen met al onze logistieke teams en nemen maatregelen om de gevolgen voor onze klanten te beperken tot een minimum", aldus het bedrijf.
Na Maersk heeft een andere grote containerrederij, het Duitse Hapag-Lloyd, besloten om in elk geval tot maandag niet meer door de Rode Zee te varen.
Het komt regelmatig voor dat de Houthi's vrachtschepen aanvallen als vergelding voor bombardementen van Israël in de Gazastrook. Het Maersk-schip dat donderdag werd aangevallen was op weg naar Israël. Het bedrijf zegt zich "grote zorgen" te maken over de "sterk geëscaleerde" veiligheidssituatie in het zuiden van de Rode Zee en de Golf van Aden. "De recente aanvallen op commerciële schepen in het gebied zijn alarmerend en vormen een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid en beveiliging van zeevaarders."