Lidstaten van de Europese Unie brachten de uitgaven aan staatssteun in 2022 fors terug in vergelijking met coronajaar 2021, meldt de Europese Commissie. Toch gaven landen nog steeds veel steun aan bedrijven die geraakt werden door crises als de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.
De lidstaten gaven in totaal 228 miljard euro uit aan staatssteun voor "alle doelstellingen", waar naast de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne ook andere zaken onder vallen, zoals steun voor milieubeschermende maatregelen en energiebesparing. Het totaal komt overeen met 1,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de hele Europese Unie in 2022. Een jaar eerder gaven lidstaten nog 349,7 miljard euro uit aan staatssteun, een afname van 34,8 procent.
Meer dan 76 miljard euro werd in 2022 nog uitgegeven om bedrijven te helpen de gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden. Dat is 60,5 procent minder dan landen in 2021 uitgaven aan staatssteun voor coronagerelateerde maatregelen. Bijna 40 miljard euro ging naar maatregelen om de negatieve gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne te compenseren, aldus de commissie.
De uitgaven aan staatssteun verschillen per land, maar besloegen in 2022 over het algemeen een veel kleiner deel van het nationale bbp dan in 2021.
Bijna de helft van de staatssteun werd in 2022 uitgeven aan non-crisisgerelateerde doelstellingen. Dat was fors minder dan een jaar eerder. Milieuhulp bleef naast crisishulp de belangrijkste pijler voor de staatssteun van lidstaten. Meer dan 41 miljard euro werd uitgegeven aan milieubeschermende maatregelen en energiebesparing. Ook staken landen veel geld in regionale ontwikkeling.