Op de aandelenbeurs in Amsterdam gaat donderdag onder andere de aandacht uit naar technologiebedrijf Nedap, dat een aanzienlijke omzetgroei in het eerste kwartaal meldde. Beleggers kijken verder naar de kans op een recessie in de Verenigde Staten en oplopende spanningen tussen China en Taiwan.
Nedap liet in een korte handelsupdate weten dat de omzet in de eerste drie maanden van dit jaar met 22 procent is gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Voor een deel was dat te danken aan een inhaaleffect na toeleveringsproblemen in de voorgaande periodes. Chemicaliëndistributeur IMCD maakte bekend een Indiase leverancier van polymeren en plastics te hebben overgenomen. Dit bedrijf, Tradeimpex Polymers, behaalde het afgelopen boekjaar een omzet van omgerekend zo'n 39 miljoen euro. Met de aankoop hoopt IMCD zijn positie in India te versterken.
Advies- en ingenieursbureau Arcadis kondigde een nieuwe klus aan in de Verenigde Staten. In North Carolina helpt het bedrijf Siemens bij de bouw van een nieuwe fabriek voor treinwagons. Daarbij helpt Arcadis ook met het ontwerp van installaties voor zonnepanelen en hernieuwbare energie.
Ook bouwbedrijf Heijmans heeft een nieuwe opdracht binnengehaald. Het concern renoveert een onderwijsgebouw op de campus van de Technische Universiteit in Eindhoven. Het project levert Heijmans 33 miljoen euro omzet op. Universal Music Group beweegt mogelijk op een adviesverlaging bij Exane.
Op de beurzen in Azië en Australië was het beeld overwegend somber, mede door recessiezorgen en oplopende spanningen tussen China en Taiwan. Dat laatste land meldde een helikopter en schepen van het Chinese leger te hebben gesignaleerd in de buurt van het eiland. Daarmee lijkt de Aziatische grootmacht te reageren op een ontmoeting van een hooggeplaatste Amerikaanse politicus met de president van Taiwan, dat door China niet wordt erkend als onafhankelijk land.
De recessiezorgen waren het gevolg van tegenvallende macro-economische cijfers uit de VS. Later op de dag verschijnen nieuwe cijfers over de omvangrijke Duitse industrie en het aantal Amerikaanse uitkeringsaanvragen.
Olie werd weer iets goedkoper na eerder deze week aanzienlijk duurder te zijn geworden door productiebeperkingen van de OPEC+. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent goedkoper op 79,93 dollar per vat. Brentolie verloor ook 0,8 procent op 84,35 dollar per vat. De euro gaf wat terrein prijs aan de dollar en was 1,089 dollar waard, tegenover 1,0902 een dag eerder.