Het aantal winkels is vorig jaar licht afgenomen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gevolgen van de coronacrisis ziet het statistiekbureau niet direct. De afname ligt in lijn met de trend van de afgelopen jaren.
Op 1 januari waren er 85.500 winkels in Nederland, ongeveer 900 minder dan begin 2020. Die afname van 1 procent past in een langjarige neergang, want sinds 2010 nam het aantal winkels met bijna 14 procent af.
Daarbij ging het vorig jaar vooral om non-foodwinkels. Zo nam het aantal winkels in lectuur en schrijfwaren met haast 5 procent af en daalde ook het aantal kleding- en schoenenwinkels stevig. Het aantal computerwinkels nam dan juist weer het hardst toe, met een stijging van 2,5 procent. Ook het aantal warenhuizen steeg, met 2,2 procent.
Van de foodwinkels deden vooral bakkerijen het goed. Daarvan kwamen er zo'n 1,5 procent bij. Groentewinkels verdwenen juist. Daarvan waren er een kleine 3 procent minder dan een jaar eerder. Het aantal supermarkten bleef vrijwel gelijk.
In 61 procent van de Nederlandse gemeenten daalde de winkeldichtheid vorig jaar. Het hardst gebeurde dat in het Zuid-Hollandse Hendrik-Ido-Ambacht. De Waddeneilanden hadden de meeste winkels per 1000 inwoners, gevolgd door het Zeeuws-Vlaamse grensstadje Sluis.
Van de grote steden heeft Maastricht de hoogste winkeldichtheid met 7,1 winkels per 1000 inwoners. Amsterdam volgt met 6,2 winkels per 1000 inwoners.