De totale kosten van een elektrische auto zijn het afgelopen jaar fors gestegen. De aanschafprijs van een gemiddelde elektrische auto nam opnieuw toe, terwijl ook de gebruikskosten flink stegen door hogere energieprijzen en verzekeringspremies. Dat meldt de ANWB in de Elektrisch Rijden Monitor, een consumentenonderzoek dat is uitgevoerd in tien Europese landen.
Hoewel elektrisch rijden in 2022 flink duurder is geworden, blijft het met 61,4 cent per kilometer nog altijd iets goedkoper dan rijden in een benzineauto (63,4 cent per km). Om de klimaatdoelen te halen, moet elektrisch rijden echter voor meer Nederlanders binnen bereik komen. Betaalbaarheid is daarbij cruciaal.
Een kwart van de Nederlanders is volgens de ANWB van plan om binnen vijf jaar een elektrische auto aan te schaffen. De gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe elektrische auto is echter gestegen naar ruim 45.000 euro. Tegelijkertijd is de prijs die de consument wil betalen voor een nieuwe elektrische auto afgenomen naar 29.000 euro. Dat leidt tot een prijsbarrière van bijna 17.000 euro.
Op dit moment heeft de consument met slechts tien modellen in de prijsklassen tot 35.000 euro ook maar weinig te kiezen. Het aanbod van betaalbare modellen moet daarom worden uitgebreid. Ook blijft een aanschafsubsidie nodig om elektrisch rijden aan te jagen. In 2022 bedroeg deze subsidie nog circa 3500 euro maar met ingang van dit jaar is dit bedrag verlaagd naar 2900 euro.
Van de onderzochte landen zijn Nederland en Denemarken volgens de ANWB koplopers als het gaat om elektrisch rijden. Het aantal elektrische voertuigen beslaat in deze twee landen respectievelijk 3,7 procent en 4 procent van het totale wagenpark. Nederland heeft daarnaast het hoogste aantal openbare laadpunten. In andere landen laat de laadinfrastructuur nog vaak te wensen over.