De Europese beurzen gingen vrijdag stevig vooruit. Beleggers reageerden opgelucht dat Italië toch een nieuwe regering krijgt. Vooral de banken, die eerder deze week hard werden getroffen door het Italiaanse politieke drama, veerden op. Verder bleef het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en Europa de markten in de greep houden en werd uitgekeken naar het Amerikaanse banenrapport.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 1,2 procent hoger op 559,23 punten. De MidKap klom 1,6 procent tot 800,84 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs stegen tot 1,4 procent.
De hoofdindex in Milaan won 2,7 procent onder leiding van de Italiaanse banken. Italië krijgt toch een eurosceptische regering met als partners de protestbeweging M5S en de rechts-nationalistische Lega. De partijloze jurist Giuseppe Conte gaat het kabinet leiden, dat vrijdagmiddag wordt beëdigd.
Op het Damrak behoorden de banken en verzekeraars eveneens tot de kopgroep. NN Group en ING klommen rond de 2,5 procent. ABN AMRO won 1,8 procent. De bank bevestigde dat een groep hoge managers de toezichthouders en grootaandeelhouder Financiën heeft gewaarschuwd dat het concern door de vertrouwenscrisis in de top vleugellam is geworden. De managers signaleren een gebrek aan strategie en vrezen dat de bank uiteindelijk zal worden overgenomen.
Staalconcern ArcelorMittal steeg 1,8 procent na invoering van de Amerikaanse importheffingen op staal en aluminium uit Europa. Informatieleverancier Wolters Kluwer sloot de rij in de AEX met een min van 1 procent na een adviesverlaging door Kepler Cheuvreux.
In de MidKap klom AMG 2,3 procent. Volgens de metalenspecialist zijn de operaties in Brazilië weer genormaliseerd. Eerder deze week sloot AMG een tantaliummijn in Brazilië als gevolg van een truckersstaking.
In Parijs stegen de Franse banken BNP Paribas, Société Générale en Crédit Agricole tot meer dan 3 procent. Deutsche Bank klom ruim 3 procent in Frankfurt ondanks een ratingverlaging door kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P). Commerzbank klom eveneens meer dan 3 procent.
De euro was 1,1688 dollar waard, tegen 1,1677 dollar op donderdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 0,3 procent tot 67,22 dollar. Brentolie kostte ook 0,3 procent meer op 77,80 dollar per vat.