Beurzen zetten handelszorgen aan de kant

10 mei 2019, 11:58 Zakelijk
beurzen zetten handelszorgen aan de kant
De Europese beurzen toonden vrijdag over een breed front herstel, na de zware verliezen een dag eerder. Beleggers schoven de handelszorgen aan de kant en hielden de blik gericht op Washington, waar het overleg tussen de Verenigde Staten en China wordt voortgezet ondanks een verhoging van de importtarieven door de Amerikanen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,7 procent hoger op 553,59 punten. De MidKap klom 1,5 procent tot 774,91 punten. De beurzen in Londen en Parijs stegen tot 0,7 procent. De DAX in Frankfurt won 1 procent na een onverwachte stijging van de Duitse export.
Chemicaliëndistributeur IMCD was de sterkste stijger in de AEX, met een winst van 3,1 procent. Unibail-Rodamco-Westfield sloot de rij met een verlies van 1,6 procent. NN Group won 1,1 procent. De verzekeraar is volgens mediaberichten geïnteresseerd in zijn Spaanse branchegenoot Caser Seguros.
In de MidKap steeg Altice Europe 6 procent. Het kabel- en telecombedrijf boekte een hoger kwartaalresultaat en wist meer Franse klanten terug te winnen. BAM won 5,4 procent. De bouwer zakte een dag eerder nog ruim 14 procent na tegenvallende resultaten. Luchtvaartcombinatie Air France-KLM vervoerde in april meer passagiers en won 1,2 procent.
Maritiem dienstverlener SBM Offshore steeg 2,8 procent, na een deal met olie- en gasreus ExxonMobil met betrekking tot het Liza-project voor de kust van Guyana. Bouwbedrijf Heijmans klom 0,8 procent na een handelsbericht.
In Frankfurt steeg ThyssenKrupp ruim 10 procent. Het Duitse concern liet weten een streep te zetten door de beoogde fusie met de Europese staalactiviteiten van Tata Steel. Aéroports de Paris kelderde 9 procent. Een rechter heeft groen licht gegeven voor een referendum over het privatiseringsplan van de Franse luchthavenexploitant. Danske Bank won 5 procent in Kopenhagen. Oud-bestuurder Chris Vogelzang van ABN AMRO wordt de nieuwe topman van de geplaagde Deense bank.
De euro bleef vrijwel onveranderd op 1,1235 dollar. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,6 procent tot 62,09 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent meer op 70,86 dollar per vat.