Unilever heeft in Indonesië last gehad van mensen die merken boycotten uit onvrede over de steun van westerse landen voor Israël. Die acties drukten in de laatste maanden van vorig jaar op de verkopen in het overwegend islamitische Zuidoost-Aziatische land, erkende topman Hein Schumacher in een toelichting op de jaarcijfers.
"We hebben acties tegen internationale merken gezien, vooral in Indonesië", antwoordde Schumacher in een gesprek met journalisten op de vraag of Unilever last had van boycots. "We hebben een daling gezien in november en december in dat land, maar we zien ook een sterke verbetering in 2024. Dus de impact wordt veel minder, we verwachten een impact van een enkelcijferig percentage." Buiten Indonesië had Unilever volgens Schumacher nauwelijks last van boycots.
Een van de bekendste merken van Unilever, ijsmerk Ben & Jerry's, riep eerder deze maand juist op tot een staakt-het-vuren in Gaza. Schumacher legde uit dat die oproep van de voorzitter van de onafhankelijke raad van het ijsmerk kwam. Bij de overname van Ben & Jerry's Unilever in 2000 is namelijk afgesproken dat er altijd een onafhankelijke raad moet blijven bestaan die het maatschappelijk geëngageerde karakter van het dochterbedrijf moet bewaken. "De voorzitter gaf haar mening vanuit die functie en daar geef ik verder geen commentaar op", zei Schumacher.
Eerder werd bekend dat andere grote westerse merken last hebben van boycots die te maken hebben met de oorlog in Gaza. De Amerikaanse fastfoodketens McDonald's en KFC meldden daar last van te hebben in het Midden-Oosten. Ook koffieketen Starbucks sprak van een "aanzienlijke impact" van de oorlog tussen Israël en Hamas op de verkopen in het Midden-Oosten.