Het leven in het Verenigd Koninkrijk was in april in doorsnee zo'n 9 procent duurder dan een jaar eerder. Daarmee bereikte de Britse inflatie het hoogste niveau in ruim 40 jaar. Door de torenhoge inflatie neemt de druk op de regering en de Britse centrale bank verder toe om maatregelen te nemen. De consumentenprijzen stegen sinds 1982 niet zo hard, meldde het Britse statistiekbureau.
De stijging van de inflatie is ook twee keer zo hoog als de stijging van de lonen. Daardoor holt de koopkracht van de Britten in doorsnee verder uit. De verwachting is dat de situatie nog nijpender zal worden. De Bank of England (BoE) verwacht dat de inflatie tegen oktober in de dubbele cijfers kan komen, vooral ook vanwege de duurdere energiecontracten waar veel Britten aan zullen moeten.
De crisis rond de kosten van levensonderhoud zorgt onder andere voor een scherp politiek debat over hoe om te gaan met een reeks schokken die het Verenigd Koninkrijk treffen. De conservatieve regering van premier Boris Johnson richt zich vooral op mensen met een baan, terwijl de oppositie van Labour oproept tot een noodbegroting om gepensioneerden en mensen met een uitkering te helpen. Beide partijen en ook sommige economen verwijten gouverneur Andrew Bailey van de BoE dat hij de inflatie te lang als "tijdelijk" heeft omschreven.
Een van Baileys voorgangers, Mervyn King, die de centrale bank in 2008 door de crisis leidde, zei eerder dat het pakket maatregelen van vorig jaar van de BoE een fout was. "De vergissing is dat centrale banken over de hele wereld er alle vertrouwen in hebben dat de inflatie gewoon weer zal dalen tot het streefcijfer", zei King dinsdag in een interview op LBC. "De meeste mensen zullen slechter af zijn door de hogere voedsel- en energieprijzen."