De aandelenbeurs in Tokio is woensdag hoger gesloten. De stemming werd gesteund door een meevallende krimp van de Japanse economie in het eerste kwartaal. De andere belangrijke aandelenmarkten in de Aziatische regio lieten een gemengd beeld zien ondanks de stevige winsten op Wall Street, waar de Amerikaanse winkelverkopen in april verder toenamen ondanks de hoge inflatie. De Amerikaanse centralebankpresident Jerome Powell verklaarde daarnaast niet te zullen stoppen met het verhogen van de rente totdat de inflatie begint af te nemen.
De toonaangevende Nikkei in Tokio eindigde uiteindelijk 0,9 procent in de plus op 26.911,20 punten. Uit cijfers van de Japanse overheid bleek dat de derde economie ter wereld in de eerste drie maanden van het jaar met 0,2 procent is gekrompen ten opzichte van het vorige kwartaal. De krimp werd mede veroorzaakt door coronabeperkingen in het land en hogere importprijzen voor energie. Economen hadden vooraf gerekend op een grotere economische terugval van 0,4 procent.
De Chinese beurzen lieten weinig beweging zien na de sterke koerswinsten een dag eerder. De hoofdindex in Shanghai noteerde tussentijds een fractie in de min na een sterker dan verwachte daling van de Chinese huizenprijzen in april. Ondanks maatregelen van de overheid om huizenkopers te helpen en de vastgoedmarkt te steunen dalen de Chinese huizenprijzen al acht maanden op rij.
De Hang Seng-index in Hongkong bleef vrijwel vlak. De grote Chinese techbedrijven gingen overwegend omlaag na de sterke opmars een dag eerder. Webwinkelconcern Alibaba zakte dik 1 procent en internet- en gamingbedrijf Tencent, dat later op de dag met cijfers komt, daalde bijna 2 procent. JD.com verloor 1,6 procent na de sterke koerswinst een dag eerder die volgde op de publicatie van de kwartaalresultaten van het webwinkelbedrijf. De Kospi in Seoul won 0,2 procent en de All Ordinaries in Sydney steeg 0,8 procent.