De Europese Commissie komt alsnog met een boete van ruim 376 miljoen euro voor chipfabrikant Intel in een slepende zaak rond marktmisbruik.
Brussel had Intel in 2009 oorspronkelijk een boete opgelegd van 1,06 miljard euro. Het Amerikaanse bedrijf ging hiertegen in beroep bij de Europese rechter. Het Gerecht van de Europese Unie oordeelde in 2022 dat een deel van de beschuldiging geen steek hield. Omdat niet duidelijk was welk deel van de boete wel terecht was, maakte de rechtbank de hele boete ongedaan.
Maar de commissie vindt dat Intel wel degelijk een boete verdient vanwege overtreding van de marktregels. Daarom wordt dus nu alsnog een straf opgelegd.
De oorspronkelijke boete voor Intel was opgelegd door toenmalig Eurocommissaris Neelie Kroes voor het illegaal van de markt voor microprocessoren proberen te weren van concurrenten. Intel zou computerfabrikanten tussen 2002 en 2007 grote kortingen hebben gegeven als die beloofden geen gebruik te maken van producten van concurrent Advanced Micro Devices (AMD). Ook zou Intel de verkoop van computers met chips van concurrenten hebben geprobeerd te beperken door computerfabrikanten en verkoopkanalen te betalen als ze die verkoop aan banden legden.
Het Gerecht heeft beaamd dat Intel vanwege die laatste overtreding wel degelijk schuldig is aan het verstoren van de concurrentie, brengt de commissie in herinnering. "Dit is illegaal onder onze concurrentieregels", zegt Eurocommissaris Didier Reynders. "Ons besluit laat zien dat de commissie is toegewijd om ervoor te zorgen dat ernstige marktovertredingen niet onbestraft blijven."