Caterpillar behoorde dinsdag tot de verliezers op de aandelenbeurzen in New York. De fabrikant van grote bouwmachines boekte in het tweede kwartaal meer omzet en winst dan verwacht. De omzetverwachting voor het huidige kwartaal viel echter tegen. Het aandeel, dat deel uitmaakt van de Dow-Jonesindex, werd meer dan 6 procent lager gezet.
Beleggers keken verder uit naar het rentebesluit van de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank begint dinsdag aan zijn tweedaagse rentevergadering. Na afloop van die vergadering zal de Fed naar verwachting bekendmaken dat de rente ongewijzigd zal blijven. In september hield de Fed ook al een rentepauze. Wel hintte de Fed op mogelijk nog een renteverhoging later dit jaar.
De stemming op Wall Street bleef dan ook afwachtend. Maandag veerden de New Yorkse beurzen nog flink op na de recente koersverliezen, die werden veroorzaakt door de stijgende rente op staatsobligaties en het conflict in het Midden-Oosten.
De Dow-Jonesindex noteerde na een uur handelen 0,1 procent lager op 32.899 punten. De brede S&P 500 steeg 0,1 procent tot 4170 punten en techgraadmeter Nasdaq daalde 0,1 procent tot 12.767 punten. Ondanks de koerswinsten van meer dan 1 procent een dag eerder koersen de drie hoofdgraadmeters af op de derde verliesmaand op rij.
Pfizer noteerde een fractie in de min. Het farmaceutische concern leed afgelopen kwartaal een zeldzaam verlies. Ook de omzet viel flink terug. De zwakke resultaten kwamen niet als een verrassing. Pfizer had eerder deze maand al gewaarschuwd voor dalende verkopen van onder meer zijn coronavaccin.
Nvidia daalde ruim 3 procent. Volgens zakenkrant The Wall Street moet de chipmaker mogelijk voor miljarden aan orders van Chinese bedrijven annuleren vanwege de strengere Amerikaanse exportregels.
JetBlue Airways zakte verder bijna 18 procent. De Amerikaanse budgetmaatschappij leed afgelopen kwartaal meer verlies dan verwacht. Ook de omzet viel tegen. Pinterest steeg daarentegen een kleine 19 procent. Het socialemediaplatform presteerde afgelopen kwartaal beter dan voorzien dankzij een stabilisatie van de advertentiemarkt.
De euro was 1,0609 dollar waard tegen 1,0607 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,8 procent meer op 82,93 dollar. Brentolie werd 0,7 procent duurder op 88,05 dollar per vat.