Corona heeft ervoor gezorgd dat Nederlanders een aanzienlijk kleiner deel van hun inkomen hebben uitgegeven. Dat kwam vooral omdat we minder buitenshuis uitgaven door lockdowns, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar aanleiding van cijfers over het eerste coronajaar.
Het CBS bekijkt iedere vijf jaar hoe Nederlanders hun geld uitgeven en kwam tot de conclusie dat Nederlanders in 2020 driekwart van hun besteedbaar inkomen uitgaven. Vijf jaar eerder was dat nog 88 procent. Tijdens het coronajaar bespaarden mensen vooral op de horeca, recreatie en cultuur, maar ook aan vervoer werd veel minder uitgegeven.
Daartegenover stond dat er meer geld naar thuis leven ging. Zo kochten mensen meer eten voor thuis en ook aan stoffering van de woning en huishoudelijke apparaten werd veel meer uitgegeven. Ook ging veel geld naar onderhoud en verbetering van de woning, al telt dat niet officieel mee voor de bestedingen.
Niet alle Nederlanders konden overigens minder uitgeven tijdens de coronacrisis. De laagste inkomens, dat is de 20 procent die het minste verdient, gaf juist meer uit. Volgens het CBS bestaat dat deel van de bevolking uit zelfstandigen die een verlieslijdend eigen bedrijf hebben en mensen die afhankelijk zijn van bijvoorbeeld een AOW-uitkering of de bijstand. Die groep heeft structureel moeite om rond te komen.
Hoe hoger het inkomen, hoe meer mensen konden besparen. Mensen met hogere inkomens geven bijvoorbeeld meer uit aan kleding, vervoer, cultuur en recreatie en in de horeca.