De export en import van China zijn in oktober onverwachts gekrompen. Het is voor het eerst sinds mei 2020 dat zowel de invoer als de uitvoer van de tweede economie in de wereld lager uitviel. Door de aanhoudend hoge inflatie en de oplopende rentetarieven is de wereldwijde vraag minder geworden. Daarnaast zorgden de strenge coronamaatregelen in China ervoor dat de productie en de consumptie een tik kregen.
De handelscijfers van oktober maken de uitdaging waar beleidsmakers in China voor staan goed duidelijk. Zeker omdat de export doorgaans een van de weinige lichtpuntjes is voor de Chinese economie.
De export daalde in oktober met 0,3 procent ten opzichte van een jaar eerder, de slechtste prestatie sinds mei 2020. Een maand eerder was er nog sprake van een stijging met 5,7 procent op jaarbasis. De export in oktober viel ook ruim lager uit dan waar kenners in doorsnee rekening mee hielden. Zij gingen uit van een groei met 4,3 procent. Het lukte Chinese producenten ook niet te profiteren van de zwakke yuan, terwijl ook de aanloop naar het feestdagenseizoen minder was dan gehoopt.
Bijna drie jaar na de pandemie blijft China vasthouden aan een strikt coronabeleid. De strenge regels eisen een zware economische tol en zorgt voor wijdverbreide frustratie onder de bevolking in China.
Chinese beleidsmakers beloofden vorige week prioriteit te geven aan economische groei en door te gaan met hervormingen. Daardoor werd de vrees weggenomen dat ideologie voorrang zou kunnen krijgen toen president Xi Jinping een nieuwe termijn kreeg. Maar de economie gaat gebukt onder de ontwrichtende lockdowns zonder dat er een duidelijke exitstrategie in zicht is.
De coronabeperkingen en lockdowns, evenals de afkoelende vastgoedmarkt, hadden ook nadelige gevolgen voor de invoer. De import daalde met 0,7 procent ten opzichte van een stijging van 0,3 procent in september. De uitvoer was ook minder dan een verwacht. Kenners rekenden op een lichte stijging. China voerder onder andere minder sojabonen en kolen in.