De Chinese economie vertoonde in de maand oktober tekenen van verbetering. Zo draaiden de fabrieken van de grootste economie van Azië beter dan verwacht. Daarnaast vielen ook de winkelverkopen hoger uit dan voorzien, aldus cijfers van het Chinese statistiekbureau. Verder leek de energiecrisis in het land wat af te nemen.
Het herstel van de Chinese economie uit de crisis wordt geremd door de opleving van het coronavirus en de strenge maatregelen om verspreiding van het virus te beteugelen. Stroomstoringen, die deels het gevolg waren van pogingen van China om de uitstoot van schadelijke gassen terug te dringen, zorgden daarnaast samen met de snel stijgende steenkoolprijs en problemen in de bevoorradingsketen er ook voor dat de productie van sommige fabrieken achterbleef.
De industriële productie groeide in oktober met 3,5 procent op jaarbasis. Dat kwam ook door de inspanningen van Beijing om de steenkoolproductie op te krikken en de prijzen te verlagen om daarmee verdere stroomtekorten te voorkomen. De problemen in de vastgoedsector hielden verder aan, mede door de problemen bij onder meer China Evergrande Grou. Die vastgoedontwikkelaar gaat gebukt onder een torenhoge schuld. Ook andere projectontwikkelaars kampen met problemen. Volgens kenners zullen de vastgoedproblemen ook de komende kwartalen een risico vormen voor de Chinese economie.
De detailhandelsverkopen stegen vorige maand met 4,9 procent op jaarbasis. Daarmee werd de gemiddelde verwachting van kenners ruimschoots overtroffen. Zij gingen uit van een plus van 3,7 procent. Kenners waarschuwen dat de opleving van het virus consumenten voorzichtiger kan maken. Het werkloosheidscijfer bleef op 4,9 procent staan.
De relatieve zwakte van de economie bezorgt de centrale bank van het land hoofdbrekens. Enerzijds willen de beleidsmakers het herstel uit de crisis stimuleren. Tegelijkertijd moet de inflatie onder controle worden gehouden. De geldontwaarding is sinds het midden van de jaren negentig niet meer zo hoog is geweest.