De economie van Japan is in het derde kwartaal van het jaar harder gekrompen dan verwacht. Dat kwam onder andere door een daling van de export, minder investeringen door bedrijven en een lagere consumptie door huishoudens.
De Japanse economie had, net als die van andere landen, veel last van de problemen in de toeleveringsketen en van hoge kosten voor materialen en grondstoffen. Daarnaast zorgt ook de opleving van het coronavirus ervoor dat bedrijven en consumenten wel twee keer nadenken over het doen van investeringen en aankopen. De vooruitzichten voor het slotkwartaal van dit jaar lijken wat gunstiger omdat virusbeperkingen afnemen. Maar de wereldwijde knelpunten in de productieketen blijven met name voor Japan, dat zeer afhankelijk is van de export, een bron van zorg. Zo is Japan in grote mate afhankelijk van de auto-industrie. Dat betekent dat de economie van het land kwetsbaarder is voor handelsverstoringen dan veel andere landen.
De Japanse economie kromp in het derde kwartaal van het jaar met 3 procent op jaarbasis. De teruggang was veel groter dan de 0,8 procent krimp waar kenners in doorsnee rekening mee hielden. Het cijfer uit Japan staat in contrast met andere geavanceerde economieën zoals die van de Verenigde Staten waar in de maanden juli tot en met september juist sprake was 2 procent groei, geholpen door het herstel uit de crisis. Op kwartaalbasis daalde het bruto binnenlands product van Japan met 0,8 procent. Ook die krimp was sterker dan voorzien.
Premier Fumio Kishida is van plan om vrijdag een grootschalig economisch stimuleringspakket samen te stellen ter waarde van "enkele tientallen biljoen yen". Verschillende economen zijn sceptisch over het effect ervan op de groei op korte termijn.