De Chinese technologiebedrijven gingen dinsdag verder omlaag op de beurs in Hongkong. Beleggers bleven bezorgd over de harde aanpak van de techsector door de Chinese autoriteiten en deden hun aandelen opnieuw van de hand. De andere belangrijke aandelenmarkten in de Aziatische regio lieten overwegend kleine winsten zien in navolging van de nieuwe recordstanden op Wall Street. Daarnaast bleef de blik gericht op de Amerikaanse Federal Reserve, die dinsdag begint aan zijn tweedaagse rentevergadering.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 1,9 procent in de min na de koersval van ruim 4 procent een dag eerder. Tencent zakte 6,5 procent. Het Chinese technologieconcern raakte een dag eerder al bijna 8 procent kwijt vanwege het strengere optreden van Peking tegen de grote machtspositie van de techbedrijven. Meituan, de grootste maaltijdbezorger ter wereld, kelderde 14 procent. De Chinese autoriteiten willen dat de maaltijdbestelbedrijven hun bezorgers minimaal het minimumloon gaan betalen. Tencent heeft een belang in Meituan. Ook webwinkelconcern Alibaba ging verder omlaag en verloor bijna 6 procent.
De beursgraadmeter in Shanghai noteerde 0,7 procent lager. Uit cijfers van de Chinese overheid bleek dat de winst van de industriële bedrijven in het land in juni met 20 procent is toegenomen ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. In mei bedroeg de winstgroei nog ruim 36 procent. De winstgroei nam daarmee voor de vierde maand op rij af vanwege de hogere grondstofprijzen die de winstmarges van de fabrieken onder druk zetten.
De Japanse hoofdindex, de Nikkei 225, eindigde 0,5 procent hoger op 27.970,22 punten. De Japanse mijnbouwbedrijven behoorden tot de sterkste stijgers. Sumitomo Metal Mining, Fujikura en Mitsui Mining and Smelting stegen tot ruim 4 procent. Rakuten Group was de grootste daler met een verlies van bijna 8 procent. De Amerikaanse kredietbeoordelaar S&P verlaagde de kredietrating voor het Japanse e-commercebedrijf.