Schuldeisers van Purdue Pharma hebben ingestemd met een faillissementsaanvraag en reorganisatie. Daarmee wil het Amerikaanse farmaciebedrijf miljarden dollars vrijmaken om schadevergoedingen te betalen voor zijn rol in de verslavingsgolf waar de Verenigde Staten mee kampen. Het bedrijf verkocht jarenlang op grote schaal de pijnstiller OxyContin, een opiaat dat op veel vlakken vergelijkbaar is met heroïne.
Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention, een soort RIVM, zijn sinds 1999 ongeveer 500.000 mensen in de Verenigde Staten overleden aan een overdosis opiaten. Purdue Pharma wordt verweten OxyContin via agressieve marketingpraktijken te hebben aangeprezen, terwijl het de risico's rond verslavingsgevoeligheid en overdoses verzweeg.
Zo'n 3000 Amerikaanse instanties hebben Purdue aangeklaagd omdat het bedrijf met de verkoop van OxyContin zou hebben bijgedragen aan verslavingen die hun gemeenschappen raakten. Die aanklachten zijn ook gericht tegen de familie Sackler, de eigenaren van het bedrijf.
Bij het plan, waarmee volgens een eerste schatting zo'n 95 procent van de schuldeisers van Purdue heeft ingestemd, wordt het bedrijf in stukken verdeeld. Bepaalde bezittingen worden in fondsen ondergebracht waarvan de opbrengst ten goede komt aan de partijen die Purdue hebben aangeklaagd.
Met het opdelen van Purdue zou 10 miljard dollar moeten vrijkomen. De hoogte van het bedrag hangt nog wel af van de opbrengsten van antiverslavingsbehandelingen die het bedrijf op dit moment ontwikkelt.
Uiteindelijk moet een rechter nog instemmen met het bankroet van het farmabedrijf. Als de plannen worden doorgevoerd, wordt de familie Sackler ook juridisch beschermd tegen nieuwe rechtszaken wegens de opiatencrisis.