Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) maakt zich grote zorgen over de veiligheid van in het Westen gemaakte vliegtuigen die in Rusland blijven vliegen. Door de sancties tegen Rusland vanwege de oorlog in Oekraïne leveren vliegtuigfabrikanten Airbus en Boeing namelijk geen reserveonderdelen meer en kunnen de toestellen niet goed worden onderhouden.
"Dit is erg onveilig", zei Patrick Ky, uitvoerend directeur van EASA. Volgens hem hebben de autoriteiten geen goed overzicht over hoeveel toestellen er nog vliegen in Rusland en of deze in de afgelopen maanden veiligheidsproblemen hebben ondervonden. Naarmate de sancties langer duren worden de risico's volgens hem alleen maar groter. Rusland zal daarbij worden gedwongen om onderdelen van andere vliegtuigen af te halen om een deel van zijn westerse toestellen te kunnen blijven gebruiken.
De Verenigde Staten hebben in maart Russische luchtvaartmaatschappijen al uit het Amerikaanse luchtruim geweerd. Eerder deden de Europese Unie en Canada dat al. In april verlaagde de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA ook de classificatie van de luchtveiligheid voor Rusland, omdat het land niet voldeed aan de veiligheidsnormen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) van de Verenigde Naties.
De EU bestempelde in april 21 Russische vliegmaatschappijen als onveilig, waaronder belangrijke als Aeroflot en Rossiya. Door die extra maatregel mogen ze niet naar, van of over de EU vliegen. Dat mochten ze al niet door eerdere EU-sancties, maar Rusland trachtte de sancties te omzeilen door vliegtuigen opnieuw in eigen land te registreren en zelf certificaten van luchtwaardigheid af te geven. Ook mogen Europese bedrijven geen vliegtuigen meer leasen aan Russische luchtvaartmaatschappijen.