De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de rente in de eurozone opnieuw onveranderd gelaten op het huidige recordniveau van 4 procent. Dat hebben beleidsbepalers van de centrale bank donderdag besloten. De ECB houdt daarmee voor de vierde keer op rij een rentepauze.
Het besluit om de rente ongewijzigd te laten kwam niet als een verrassing. Economen hadden ook verwacht dat de ECB niet zou aanpassen. De centrale bank in Frankfurt begon halverwege 2022 met het in een recordtempo verhogen van de rente tot het huidige hoge niveau, om de hoge inflatie in het eurogebied te bestrijden. Maar de laatste renteverhoging dateert alweer van september vorig jaar.
De ECB verlaagde bij het nieuwe besluit de eigen ramingen voor de inflatie en economische groei in de eurozone. De prijzen zullen dit jaar gemiddeld met 2,6 procent stijgen, denkt de centrale bank. Volgend jaar zal de inflatie uitkomen op het door de ECB gewenste niveau van 2 procent.
Om dat doel te bereiken, moeten de belangrijkste rentetarieven volgens de ECB voor een "voldoende lange periode" op hun huidige hoge niveaus blijven, schrijft de bank in een toelichting. Dit zal "zo lang als noodzakelijk" zo blijven, schrijft de ECB in een toelichting op de beslissing.
Volgens ING-econoom Carsten Brzeski is de tekst van de aankondiging van het rentebesluit identiek aan het vorige bericht. "De net gepubliceerde bekendmaking laat zien dat het nu niet het moment is voor renteverlagingen en dat de ECB in zijn officiële communicatie de verleiding weerstaat om te hinten op aanstaande renteverlagingen", schrijft hij in een commentaar.
Binnen de ECB wordt druk gedebatteerd over wanneer de centrale bank de rente weer kan gaan verlagen, nu de inflatie aanzienlijk is afgenomen vergeleken met het piekniveau in 2022. De meningen lopen daarbij uiteen van een eerste renteverlaging in april tot in juni.