De economische bedrijvigheid in de eurozone is in juni flink teruggevallen en lijkt zich richting een krimp te bewegen. De heropleving van de economische activiteit na de winterdip is daarmee ten einde gekomen. Vooral de industriesector liet opnieuw een stevige krimp zien. Ook de dienstensector, met daarin bijvoorbeeld toerisme, horeca en detailhandel, groeide minder hard dan een maand eerder, maakte marktonderzoeker S&P Global bekend.
De index van S&P Global die de algehele bedrijvigheid in het eurogebied meet, daalde naar een stand van 50,3, van 52,8 een maand eerder. De mate van activiteit is daarmee afgenomen tot het laagste niveau in vijf maanden. Een niveau van 50 of meer duidt op groei, van daaronder op krimp. Economen hadden gerekend op een kleinere afname, tot 52,5.
De industriesector kende daarbij de grootste krimp in ruim drie jaar en de groei van de dienstensector viel terug tot het laagste tempo in vijf maanden. De meeste economen verwachten dat de economie van de eurozone in het tweede kwartaal nog wel licht zal groeien, dankzij de groei in de dienstensector. De afnemende bedrijvigheid wijst echter wel op een moeilijke tweede helft van het jaar, vooral als de Europese Centrale Bank (ECB) de rente blijft verhogen.
Met name in Duitsland, de grootste economie van het eurogebied en de belangrijkste handelspartner van Nederland, nam de bedrijvigheid veel sterker af dan verwacht. De Duitse industrie kende opnieuw een krimp en ook de groei van de dienstensector nam meer af dan voorzien. De Duitse economie blijft daarmee balanceren op de rand van een recessie.
De Franse economie, de nummer twee in de eurozone, liet zelfs onverwachts een krimp zien, mede door de stakingen in het land. De dienstensector kwam daarbij zelfs in een krimp terecht, na een groei in mei, en zag de bedrijvigheid afnemen tot het laagste niveau in meer dan twee jaar.