Het Italiaanse olie- en gasconcern Eni koopt een groot deel van branchegenoot Neptune Energy, dat erg actief is met het oppompen van aardgas in het Nederlandse deel van de Noordzee. Met de deal is in totaal 4,9 miljard dollar gemoeid.
Het in 2015 opgerichte Neptune Energy is nu nog voor bijna de helft in handen van een Chinees staatsinvesteringsfonds. Ook de investeringsfondsen CVC en Carlyle zijn eigenaar van het bedrijf.
Eni koopt alle activiteiten op van Neptune, behalve die in Duitsland en Noorwegen. De Neptune-onderdelen in dat laatste land komen in handen van Vår Energi, een Noorse dochteronderneming van Eni. De Duitse bezittingen worden afgestoten.
Volgens Eni-topman Claudio Descalzi levert de deal in een klap een grote hoeveelheid extra gas op die het concern kan oppompen. Daarbij spreekt hij van een portefeuille met "lage CO2-intensiteit", omdat Eni aardgas ziet als een fossiele overbruggingsbrandstof naar schonere energiebronnen die minder vervuilend is dan bijvoorbeeld steenkolen.
Neptune behaalde vorig jaar een omzet van 1,2 miljard dollar. Het bedrijf haalt dagelijks het equivalent van 1500 vaten olie aan aardgas uit het Nederlandse deel van de Noordzee, waarmee het de grootste gasproducent in dat gebied is. Eni krijgt ook activiteiten van Neptune in de Britse wateren en in Australië, Indonesië en Algerije direct in handen. In dat Noord-Afrikaanse land is het Italiaanse bedrijf al erg actief met gasprojecten.
Volgens Descalzi biedt de overname van Neptune ook mogelijkheden voor het verminderen van de CO2-uitstoot. Zo onderzoekt Neptune in Nederland of het mogelijk is grote hoeveelheden broeikasgas af te vangen en op te slaan in een leeg gasveld in de Noordzee.