De Nederlandse economie groeide in het tweede kwartaal van dit jaar op kwartaalbasis met 2,6 procent. Het Centraal Bureau voor de Statistiek kwam ook na een tweede berekening tot die conclusie, na een eerste raming half augustus. De investeringen en de overheidsconsumptie werden daarbij opwaarts bijgesteld. Het handelssaldo, de export min de import, viel iets lager uit.
De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening wordt ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd. Na de eerste raming volgen volgens het CBS vaak nog economische cijfers over bijvoorbeeld de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca en de overheid. Vaak leidt dit maar tot kleine aanpassingen.
Verder stelde het statistiekbureau het groeicijfer van het eerste kwartaal van dit jaar bij. De economie groeide niet met 0,5 maar met 0,4 procent, aldus de nieuwe berekening.
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het tweede kwartaal met 5,1 procent. Volgens de eerste berekening was dat 5,3 procent. Deze bijstelling komt vooral door nieuwe cijfers over de financiële instellingen, de uitzend- en reisbranche, onroerend goed en de horeca.
Verder lag de aanwas van banen volgens de nieuwe raming wat lager. Er kwamen niet 94.000, maar 85.000 banen bij. Op jaarbasis steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen met 474.000 en niet 484.000.