De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft zich andermaal uitgesproken tegen het verhogen van de rente om daarmee de torenhoge inflatie in het land te beteugelen. Erdogan gaf een toelichting op de beslissing van de Turkse centrale bank eerder deze week om de rentes voor de vijfde maand op rij ongewijzigd te laten op 14 procent, ondanks de oplopende inflatie en de druk op de Turkse munt, de lira.
"Degenen die ons een verband proberen op te leggen tussen de rente en de inflatie zijn ofwel analfabeten ofwel verraders", zei Erdogan, toen hij een groep zakenmensen toesprak. "Besteed geen aandacht aan het gebazel van hen wier enige kwaliteit erin bestaat de wereld vanuit Londen of New York te bekijken." Het is niet voor het eerst dat Erdogan met een beschuldigende vinger wijst naar de "rentelobby" bij het opdrijven van de kosten van lenen en het uitvoeren van speculatieve aanvallen op de lira.
Erdogan vindt, in tegenstelling tot de gangbare theorie onder economen, dat een hoge rente zorgt voor hoge prijzen. Hij wil de goedkope lira gebruiken om de industrie van zijn land te helpen, omdat het dan voor andere landen goedkoper wordt om Turkse producten te kopen. Die koersdaling voedt echter ook de inflatie omdat invoer van bijvoorbeeld brandstof juist duurder wordt.
Met 70 procent is de jaarlijkse inflatie in Turkije momenteel veertien keer hoger dan de officiële doelstelling van de centrale bank. De president erkende dat het economische beleid dat zijn regering sinds 2018 voert, een "zware tol" heeft geëist in de vorm van hogere kosten van levensonderhoud voor burgers.
De Turkse lira verloor in mei dik 8 procent van zijn waarde ten opzichte van de dollar. De Turkse munt is daarmee de slechtst presterende valuta van alle opkomende markten. De verwachting is dat de inflatie in mei stijgt tot 74 procent.
Erdogan verdedigde het economische programma van zijn regering als "consistent en wetenschappelijk". Hij zei dat het huidige niveau van de lira bijdraagt aan het behoud van het concurrentievermogen van Turkije. "We zitten allemaal in hetzelfde schuitje", zei hij. "Er zijn genoeg gegevens om hoop te koesteren. We doen het goed op het gebied van productie, werkgelegenheid en export."