De Europese effectenbeurzen zijn woensdag in de min gesloten. Na een rustige ochtend gingen in de middaghandel de koersen omlaag. Beleggers keken bij gebrek aan richtinggevend nieuws vooral naar de Verenigde Staten, waar belastinghervormingen op het punt staan te worden goedgekeurd.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,8 procent lager op 547,38 punten. De MidKap ging 0,3 procent omlaag tot 831,89 punten. De beurzen in Londen en Parijs verloren tot 0,6 procent. In Frankfurt ging de beursgraadmeter 1,1 procent omlaag.
Zorgtechnologiebedrijf Philips was in Amsterdam de grootste daler bij de hoofdfondsen met een min van 2,7 procent. Kabel- en telecombedrijf Altice won 2,1 procent en ging daarmee aan kop. SBM Offshore ging 1,4 procent omhoog. De maritiem dienstverlener heeft de financiering afgerond van productie- en opslagschip (FPSO) Liza. Daarmee is een bedrag gemoeid van 720 miljoen dollar.
Staalbedrijf ArcelorMittal (plus 0,5 procent) schikte een milieuzaak in de Verenigde Staten voor 1,5 miljoen dollar. Daarnaast neemt het bedrijf voor 2 miljoen euro maatregelen om herhaling te voorkomen.
In de MidKap stond luchtvaartcombinatie Air France-KLM bovenaan met een stijging van 1 procent. Fugro bleef met een plus van 0,9 procent niet ver achter. Het samenwerkingsverband Seabed Geosolutions van de bodemonderzoeker en het Franse CGG sleepte opdrachten binnen in Trinidad en Nigeria ter waarde van circa 60 miljoen dollar. Brillenverkoper Grandvision leverde 2,9 procent in en sloot daarmee de rij.
In Frankfurt daalde Innogy 1 procent. De Nederlandse topman Peter Terium vertrekt per direct bij het Duitse energiebedrijf. De raad van commissarissen wil dat er iemand aan het hoofd komt te staan die meer op de kosten let en een ,,meer gerichte groei- en investeringsstrategie'' heeft. Het moederbedrijf van Essent verlaagde onlangs zijn winstverwachtingen voor dit jaar en 2018.
Steinhoff zag 35 procent aan beurswaarde verdampen. Het door een boekhoudschandaal geplaagde winkelconcern ging een dag eerder al ruim 20 procent onderuit doordat geldschieters zich lijken terug te trekken.
De euro was 1,1882 dollar waard, tegen 1,1816 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 57,93 dollar. Brentolie was 0,7 procent duurder en was 64,25 dollar per vat waard.