Google heeft adverteerders en uitgevers jarenlang misleid bij de veilingen voor zijn advertenties. Dat staat in een aanklacht van meer dan tien Amerikaanse staten, die vrijdag helemaal openbaar is geworden. De zaak speelt al sinds eind 2020.
Google inde het verschil tussen wat het adverteerders en uitgevers vertelde wat een advertentie kostte. Met dat geld manipuleerde het bedrijf dan weer nieuwe veilingen, staat in de aanklacht. Google ontkent de beschuldigingen.
De manier waarop advertenties op internet worden verhandeld is een complex proces. Daarin speelt Google een heel grote rol als beheerder van de veilingen maar ook als deelnemer. Het is ook eigenaar van platforms zoals YouTube, waarop consumenten worden bereikt. Zo kan het concurrenten uitsluiten, zeggen critici.
In de aanklacht staat ook dat Google-topman Sundar Pichai en Facebook-topman Mark Zuckerberg in 2018 toestemming hebben gegeven voor een deal waarin werd afgesproken dat Facebook een bepaald percentage van de veilingen zou winnen, wat ook wordt ontkend door Google. Klanten van Facebook zouden door de deal meer advertenties kunnen plaatsen dan klanten van andere Google-partners. De twee bedrijven zouden ook afspraken hebben gemaakt over de hoogtes van prijzen voor advertenties, aldus de klacht. En Facebook zou ermee hebben ingestemd om zich terug te trekken uit de ondersteuning van software van concurrenten van Google.
Eind 2020 werd al bekend dat een aantal Amerikaanse staten, waaronder Texas, Google voor de rechter sleepten vanwege vermeend machtsmisbruik met zijn reclamediensten. De rechtszaak tegen Google volgde op een afzonderlijke claim van het ministerie van Justitie in de VS. Die beweert dat Google illegaal een monopoliepositie heeft verkregen met zijn zoekmachine. Dit deed Google door concurrenten te weren van belangrijke distributiekanalen.