Grote Amerikaanse banken als Wells Fargo en Morgan Stanley zijn donderdag na het openen van de boeken gemengd aan de handelsdag begonnen. De belangrijkste graadmeters op Wall Street stonden wel eensgezind in de plus. Beleggers schoven hun zorgen over de inflatie en de mogelijke impact daarvan op het economische herstel wat opzij.
Morgan Stanley en Bank of America wonnen in de vroege handel tot meer dan 2 procent. Net als bij JPMorgan Chase, die woensdag al met cijfers kwam, werd er onder andere meer geld verdiend met het adviseren bij fusies, overnames en beursgangen van bedrijven. Over Citigroup en Wells Fargo waren beleggers toch iets minder tevreden, ondanks dat ook hun resultaten veel prognoses van analisten overtroffen. Hun aandelen zakten juist tot bijna 2 procent.
Bij het algehele sentiment op de beursvloeren speelt ook mee dat er nieuwe cijfers over de Amerikaanse producentenprijzen binnenkwamen, die iets minder sterk stegen dan alom was voorzien. Ook werden er vorige week iets minder werkloosheidsuitkeringen aangevraagd dan economen in doorsnee hadden verwacht. De Dow-Jonesindex noteerde na enkele handelsminuten 0,9 procent hoger op 34.705 punten. De brede S&P 500 won 1 procent tot 4409 punten en technologiebeurs Nasdaq steeg 1,2 procent tot 14.739 punten.
Behalve de banken zijn er meer bedrijven met resultaten gekomen. Pizzaketen Domino's Pizza, die bij zijn cijfers meldde alsmaar meer vestigingen te blijven openen, werd op de beurs 3 procent lager gezet. Apotheekketen Walgreens Boots Alliance deed goede zaken met onder meer de verkoop van coronatesten voor thuisgebruik. Het aandeel won 0,4 procent. Zorgverzekeraar UnitedHealth kreeg er na een goed ontvangen kwartaalbericht bijna 7 procent bij.
De technologiesector wist eveneens de aandacht op zich gericht na de cijfers van het Taiwanese chipconcern Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC). De belangrijke toeleverancier van Apple wist zijn kwartaalwinst op te voeren dankzij de sterke wereldwijde vraag naar chips en de tekorten aan halfgeleiders. TSMC, dat ook een Amerikaanse notering heeft, won zelf ruim 3 procent. Amerikaanse chipmakers als AMD, Broadcom, Intel en Nvidia gingen tot meer dan 1 procent omhoog.
De euro was 1,1601 dollar waard, tegen 1,1576 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,7 procent meer op 80,95 dollar. Brentolie werd 0,9 procent duurder op 83,91 dollar per vat.