Een aantal Nederlandse toppers op de marathon heeft weinig begrip voor de aangescherpte limiet voor de WK in juli 2022 in het Amerikaanse Eugene. De Atletiekunie eist een tijd van 2 uur en 10 minuten of sneller op de marathon om te mogen deelnemen aan de WK. De limiet ligt anderhalve minuut onder de internationale eis van World Athletics (2.11.30). "Ik vind het jammer dat voor ons die internationale richtlijn niet geldt. Het is ontmoedigend beleid", zegt Frank Futselaar, een van de atleten die zondag de marathon van Amsterdam loopt.
"We hebben best een brede groep goede marathonlopers nu in Nederland. Er waren zes atleten die aan de olympische limiet voor Tokio hadden voldaan, vrij uniek. Volgens de internationale eis zouden we met onze tijden al zijn geplaatst voor de WK, maar ook voor de EK die komende zomer in augustus worden gehouden. Dan hadden we daar als groep mooi naartoe kunnen werken", aldus Futselaar, die 2.11.30 als beste tijd heeft staan.
Björn Koreman valt hem bij. "Het is inderdaad jammer dat de bond zich niet houdt aan de internationale limiet, want dan hadden we allemaal in ieder geval al de limiet voor de EK op zak. Ik begrijp dat de bond de limiet heeft aangescherpt omdat er op de nieuwste lichting hardloopschoenen aantoonbaar harder wordt gelopen, maar waarom is de Atletiekunie dan de enige die de limieten scherper stelt? Dat is apart", aldus de atleet met 2.11.07 als persoonlijke toptijd.
Michel Butter heeft er minder moeite mee. "Ik vind een limiet van 2.10 voor een mondiale titelstrijd wel passen bij de moderne ontwikkelingen, maar ik denk dat wij ons als Nederlandse marathonlopers meer op het Europese veld moeten richten. Dat is gezien de tijden die wij lopen veel meer ons strijdtoneel. Als wij ons op de EK richten en daar met een team van voren zitten, is dat heel inspirerend", aldus de 36-jarige Castricummer, die met 2.10.30 aan de limiet voor de Zomerspelen voldeed, maar als reserve werd aangewezen.