De Zuid-Hollandse kweker van groenteplantjes Plantise beëindigt zijn activiteiten in Nederland omdat de energiekosten te hoog zijn geworden. Volgens algemeen directeur Marco Vermeulen verlaat eind maart de laatste medewerker het bedrijf, dat ruim tweehonderd vaste werknemers heeft en met zo'n vierhonderd uitzendkrachten werkt.
Plantise laat zaadjes uitgroeien tot bijvoorbeeld kleine tomaten-, komkommer- of paprikaplantjes waar telers verder mee produceren. Het bedrijf laat die zaden ontkiemen in de donkerste maanden van het jaar, tussen december en maart, dus is er veel energie nodig. Doordat die kosten vertienvoudigden, kwam het bedrijf in de betalingsproblemen.
Vermeulen wijst ook op de hogere inkoopkosten voor onder andere kunstmest die de financiële nood verergerden. Hij kiest ervoor om het bedrijf "gestructureerd" te beëindigen, zodat werknemers nog gebruik kunnen maken van een transitievergoeding. Bij een faillissement zou dat niet mogelijk zijn geweest. "Dat zou ik slecht leiderschap vinden", zegt Vermeulen. Met vakbonden en de ondernemingsraad voert Plantise gesprekken over de afwikkeling van de sluiting.
Plantise heeft zo'n 15 procent van de Nederlandse opkweekmarkt in handen en levert jaarlijks zo'n 40 miljoen plantjes. "Als je bedenkt dat een teler per plant 60 kilo tomaten, 30 kilo paprika en 30 kilo komkommer produceert, dan zie je hoeveel productie elders ondergebracht moet worden", zegt Vermeulen over de impact van de bedrijfsbeëindiging. Het bedrijf heeft ook nog activiteiten in Hongarije, Frankrijk, Zuid-Afrika, Tunesië, Algerije en de Filipijnen.