De Europese beurzen lieten donderdag stevige winsten zien. Berichten dat China en de Verenigde Staten in overleg zijn om in september de handelsgesprekken te hervatten zorgden voor optimisme bij beleggers. Daarnaast ging de aandacht uit naar de politieke ontwikkelingen in Italië en het Verenigd Koninkrijk.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 1 procent in de plus op 554,11 punten. De MidKap klom 1,1 procent tot 802,90 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt stegen tot 1,4 procent. De hoofdindex in Milaan kreeg er 1,9 procent bij. Giuseppe Conte kan verder regeren als premier en mag een nieuw kabinet in Italië formeren. President Sergio Mattarela heeft hem daar donderdag officieel opdracht voor gegeven.
Staalconcern ArclorMittal ging aan kop in de AEX met een winst van 2,5 procent. Informatieleverancier Wolters Kluwer profiteerde van een adviesverhoging door Bank of America en won 1,6 procent. Vastgoedconcern Unibail-Rodamco-Westfield voerde de schaarse dalers aan met een min van 0,7 procent.
Bij de kleinere bedrijven kelderde VolkerWessels 9,7 procent. Het bouwbedrijf verwacht net als branchegenoten dat de stikstofkwestie een "significante impact" zal hebben op bouw- en infraprojecten. Ajax klom 1,4 procent op de lokale markt. De beursgenoteerde voetbalclub verdient minimaal 40 miljoen euro met de plaatsing voor de groepsfase van de Champions League. De fabrikant van elektrotechnische componenten Neways zakte 9,5 procent na een handelsbericht.
Bouygues steeg 5,7 procent in Parijs. Het Franse conglomeraat zag de winst in de eerste jaarhelft flink stijgen. Pernod Ricard won 2,2 procent. De drankenproducent gaat zijn aandeelhouders belonen, na de grootste winstsprong in zeven jaar, door eigen aandelen te kopen. In Londen ging Micro Focus 24 procent onderuit na een omzetalarm van het IT-bedrijf. In Brussel steeg autobedrijf D'Ieteren (plus 9,4 procent) naar het hoogste niveau in acht jaar, na een positief handelsbericht.
De euro was 1,1075 dollar waard, tegen 1,1081 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie stond 0,7 procent hoger op 56,15 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent minder op 60,41 dollar per vat.