Volgens huurdersorganisaties moet de maximale huurverhoging van sociale huurwoningen omlaag, omdat huurders steeds meer moeite hebben om rond te komen. Daartoe roept onder meer het Landelijk Huurders Platform (LHP) vrijdag op in een paginagrote advertentie in het AD. De maximale huurverhoging zou omlaag moeten van 5,3 naar 3,2 procent.
In de oproep wenden de organisaties zich tot de politiek en woningcorporaties, maar ook tot particuliere verhuurders. Door het verdwijnen van de energietoeslag, de aanpassing van de zorg- en huurtoeslag en de steeds hogere kosten voor levensonderhoud staat de leefbaarheid van sociale huurders en lage middeninkomens in de vrije sector onder druk, schrijven ze.
"In de sociale huursector doen mensen steeds vaker een beroep op de voedselbank, kinderen kunnen niet naar een sportclub en vakanties zijn meer een uitzondering geworden. Lagere middeninkomens zien hetzelfde gebeuren."
Mensen met alleen een AOW-uitkering of met een klein aanvullend pensioen gaan er meer dan 70 euro per maand op achteruit, stellen de huurdersorganisaties ook. De kans is daarom groot dat zij in de financiële problemen komen.
Woningcorporaties en de overheid moeten huisvesting volgens de belangengroepen betaalbaar houden door de huur met maximaal 3,2 procent te laten stijgen. Dat staat gelijk aan de inflatie in januari volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het kabinet bepaalde vorig jaar dat de huren van huizen van woningcorporaties vanaf 1 juli dit jaar met maximaal 5,3 procent mogen stijgen.