De krapte op de wereldwijde oliemarkten is groter dan gedacht omdat de snelle opmars van de omikronvariant verrassend weinig impact heeft gehad op de vraag naar olie. Dat meldt het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in een nieuw rapport.
De meer optimistische vooruitzichten van de in Parijs gevestigde denktank komen daags na de sterke stijging van de olieprijzen, die opliepen tot het hoogste niveau in zeven jaar. Dat kwam deels door de vrees voor productieverstoringen als gevolg van geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten en de verwachting dat de vraag naar olie hard zal toenemen door het economisch herstel van de coronacrisis.
De sterke stijging van de olieprijzen vormt een uitdaging voor overheden en centrale banken die het economisch herstel op gang trachten te houden, terwijl ze tegelijkertijd worden geconfronteerd met een hard oplopende inflatie en daardoor een afnemende koopkracht van consumenten.
Het IEA, dat de meeste grote economieën adviseert, heeft zijn prognoses voor de wereldwijde vraag naar olie verhoogd met 200.000 vaten per dag voor zowel 2021 als 2022. "Covid-19 zorgt opnieuw voor recordbesmettingen. Maar deze keer lijkt de besmettingsgolf een meer gedempte impact op de vraag naar olie te hebben", aldus het IEA.
De olieprijzen gingen woensdag verder omhoog. Een vat Brentolie werd 1 procent duurder op 88,35 dollar en Amerikaanse olie steeg 1,3 procent in prijs tot 86,52 dollar per vat. Een belangrijke oliepijpleiding van Irak naar Turkije werd dinsdag stilgelegd door een explosie. Ook zouden Jemenitische Houthi-rebellen een droneaanval hebben uitgevoerd op olietankers in Abu Dhabi. De pijpleiding van Irak naar Turkije is inmiddels weer geopend. Turkije onderzoekt of de explosie bij de pijplijn in het zuiden van het land, vlakbij de Syrische grens, is veroorzaakt door sabotage.