Het vertrouwen in de Nederlandse woningmarkt gaat steeds verder omlaag, nu de huizenprijzen niet meer zo hard toenemen als voorheen. Dat merkt ING dat onderzoek heeft laten doen onder huizenbezitters, huurders en thuiswonenden die van plan zijn in de komende twee jaar een woning te kopen.
Volgens de bank denkt een steeds groter deel van de mensen dat de huizenprijzen zullen gaan afvlakken. Mede daarom is de graadmeter die de bank hanteert voor zijn Woonindex weer wat verslechterd.
In totaal zijn voor de peiling 1071 personen ondervraagd. "Je ziet in ons onderzoek duidelijk dat woningbezitters, vooral diegenen die willen verhuizen, zich zorgen maken over de toekomstige waarde van hun woning", zegt Wim Flikweert, manager wonen bij ING.
Of die zorg terecht is valt volgens hem nog te bezien. De woningmarkt koelt wel wat af. Maar er zijn ook nog een paar belangrijke factoren die de woningmarkt stutten, geeft hij aan. "Bijvoorbeeld het grote woningtekort en de arbeidsmarktkrapte. En de afspraken in de cao’s laten de nominale inkomens stijgen. Een grote daling van de woningprijzen zie ik daarom nog niet zo snel gebeuren", aldus Flikweert.
Onlangs bleek uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de huizenprijzen in augustus al iets waren gedaald ten opzichte van de maand ervoor. Vergeleken met een jaar terug waren huizen nog wel beduidend duurder, al was de prijstoename veel kleiner dan een paar maanden eerder.
Dit laatste komt waarschijnlijk door het oplopen van de hypotheekrente. Daardoor is voor veel mensen het bedrag dat ze maximaal kunnen lenen afgenomen. Door de hoge inflatie vinden mensen het momenteel over het algemeen ook geen goede tijd voor grote aankopen, zoals de aanschaf van een huis.