Het aantal tv-aansluitingen in Nederland is vorig jaar met 0,1 procent gedaald. Er zijn nu 7,48 miljoen tv-aansluitingen, becijferde onderzoeksbureau Telecompaper. De daling in het aantal aansluitingen zet door, verwachten de onderzoekers. In 2018 rekenen zij op een daling van 1 procent.
De daling van traditionele tv-aansluitingen via kabel, satelliet en Digitenne kon afgelopen jaar net niet worden gecompenseerd door de groei van internettelevisie via dsl-verbindingen en glasvezel. De versnelde daling die Telecompaper voor dit jaar voorziet hangt samen met het uitzetten van de analoge kabeltelevisie. Aanbieders Ziggo en Delta beginnen daar dit jaar mee.
Het aantal zogeheten cord cutters, mensen die hun aansluiting wegdoen en verder kijken via internet, neemt toe. Ook wordt de invloed van jongeren die nog nooit een tv-aansluiting hebben gehad, maar volledig via internet kijken groter. Tot en met 2022 verwacht Telecompaper een daling van het aantal tv-aansluitingen met gemiddeld 0,8 procent per jaar.
De omzet uit tv-diensten groeide vorig jaar wel, met 2,4 procent naar 1,8 miljard euro. Die omzetstijging is echter grotendeels te danken aan prijsverhogingen door KPN en Ziggo.
Ziggo blijft de grootste aanbieder met 52,4 procent van de markt, voor KPN dat 31,8 procent van de markt in handen heeft. De kabel is de populairste manier om tv te kijken. 56 procent van de aansluitingen maakt gebruik van die techniek. Dsl-aansluitingen zijn goed voor 21 procent van het totaal.