De Nederlandse economie groeit dit jaar waarschijnlijk met bijna 4 procent, gevolgd door ruim 3 procent groei volgend jaar. Dat voorspelt het Centraal Planbureau (CPB), die daarmee beduidend optimistischer is dan bij zijn vorige economische raming in juni.
Volgens het CPB is sprake van een "veerkrachtig" herstel. Maar de onzekerheid rond corona blijft wel. Bij de nieuwe raming wordt ervan uitgegaan dat er geen grootschalige nieuwe contactbeperkingen nodig zijn. Indien er onverhoopt toch weer een nieuwe lockdown zou komen, dan zal dit de economie raken en zou het beeld er anders uitzien.
In juni rekende het CPB voor dit jaar nog op 3,2 procent economische groei en een aanwas van 3,3 procent volgend jaar. Nu staan er in de raming plussen van respectievelijk 3,8 en 3,2 procent, waarbij het CPB het eerste cijfer zelf afrondt tot bijna 4 procent in zijn begeleidende commentaar. Dat neemt niet weg dat een beperkt aantal sectoren "waarschijnlijk deels blijvend" last houdt van corona.
Daarbij denkt het planbureau dat het plaatje voor de portemonnee er nog niet heel rooskleurig uitziet. Daarbij speelt mee dat bedrijven vanwege de crisis waarschijnlijk terughoudender zullen zijn met het verhogen van de lonen. Door de gestegen grondstofprijzen kunnen bepaalde producten daarnaast duurder worden. Dit jaar stijgt de koopkracht als gevolg van lastenverlichting in doorsnee nog met 0,8 procent, is de verwachting. Bij ongewijzigd beleid zou de koopkracht volgend jaar stabiliseren.
De belangrijke adviseur van het kabinet denkt verder dat de werkloosheid na het wegvallen van de coronasteun voor bedrijven slechts licht zal oplopen, tot 3,6 procent volgend jaar. Daarmee zou sprake blijven van krapte op de arbeidsmarkt.
De overheidsfinanciën herstellen zich volgens het CPB in lijn met de ontwikkeling van de economie. Dit jaar is er nog een begrotingstekort van 5,3 procent, maar volgend jaar daalt dit door het wegvallen van de steun en het aantrekken van de belastinginkomsten tot 1,8 procent. Door de snelle economische groei ziet het er naar uit dat de overheidsschuld, gemeten als percentage van de economie, dan al weer afneemt.
De raming dient als uitgangspunt voor de onderhandelingen over de rijksbegroting die het kabinet op Prinsjesdag presenteert. Op dit moment is het kabinet demissionair en het ziet er niet naar uit dat er in september al een nieuw kabinet is. De verwachting is daarom dat er geen grote koerswijzigingen zullen worden aangekondigd.