De Nederlandse industrie blijft last houden van de hogere rente. Afgelopen maand daalde het aantal nieuwe orders bij de Nederlandse productiebedrijven voor de negende maand op rij, meldt de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement (Nevi). De neergang was zelfs de grootste sinds november vorig jaar. Dit komt door een zwakkere vraag vanwege de flink gestegen rente, wat ook invloed heeft op de prijzen in de industrie.
Zo stegen de verkoopprijzen van producten over het algemeen nog wel, maar met het laagste percentage in 2,5 jaar. In april gingen de verkoopprijzen voor de 33e maand op rij omhoog. De inkoopprijzen daalden wel voor de tweede maand op rij. De daling was de grootste sinds april 2016, buiten de pandemie gerekend. Dit komt door een zwakkere vraag, vooral bij producenten van halffabricaten. Zij verlaagden wederom hun verkoopprijzen.
"Het is goed mogelijk dat de vraag de komende tijd nog zwak blijft als gevolg van de hoge rente", reageert Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO. "Wel zou de vraag naar industriële producten licht kunnen stijgen als bedrijven eindelijk klaar zijn met het afbouwen van voorraden." Volgens de Nevi zijn productiebedrijven wel nog steeds positief in hun vooruitzichten voor de komende twaalf maanden.
Het teruglopende aantal orders leidt aan de andere kant ook tot kortere levertijden. De daling in april is de sterkste in de meer dan twintig jaar dat de Nevi dit onderzoek doet. "De respondenten gaven aan dat de geringe vraag de druk op de toeleveringsketens had verlaagd", aldus de vereniging.
De Nevi meet elke maand hoe het gesteld is met de omstandigheden voor bedrijven. De zogeheten inkoopmanagersindex van de Nevi zakte vorige maand naar 44,9, van 46,4 in maart. Een niveau van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp.