Om de krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden zouden werknemers meer uren moeten werken. Op die manier kan op korte termijn een slag worden geslagen om ervoor te zorgen dat werkdruk beheersbaar blijft. Ook zouden de extra uren ervoor kunnen zorgen dat maatschappelijke problemen als gevolg van de personeelstekorten minder worden. Dat zeggen ondernemersorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN.
Volgens de ondernemers moet arbeidsduurverlenging weer vaker onderwerp van gesprek worden in bedrijven en aan de cao-tafels. Dit zouden werkgevers en werknemers zelf moeten oppakken. "Daarbij snijdt het mes aan twee kanten: we lossen een deel van het krapteprobleem op en het is goed voor de koopkracht van werknemers, nu het leven in korte tijd fors duurder is geworden", aldus de organisaties in een verklaring.
De huidige tekorten op de arbeidsmarkt zorgen voor "serieuze problemen", zo klinkt het. De ondernemers wijzen onder andere op de kwaliteit van de zorg die achteruit holt. Verder spelen er problemen in het onderwijs en openbaar vervoer. Ook worden de ambities voor de verduurzaming en de woningbouw onhaalbaar. Ook belemmeren de tekorten de economische groei.
"Het kabinet heeft concrete plannen aangekondigd om de krapte aan te pakken, maar die bieden op korte termijn nog te weinig soelaas", aldus de verklaring. "Daarom zijn nieuwe onconventionele oplossingen nodig, zoals arbeidsduurverlenging."
Nederland telt volgens de ondernemersorganisaties 4,5 miljoen mensen die in deeltijd werken. Daarvan zouden er 500.000 hebben aangeven dat ze per direct meer zouden willen werken, als dat ook meer zou lonen.
Adviesbureau PwC heeft becijferd dat als alle Nederlandse deeltijdmedewerkers vier uur extra zouden gaan werken, het tekort aan arbeidskrachten voor de komende vier jaar vrijwel opgelost is. Gemiddeld werkt een Nederlandse parttimer 21 uur. Als zij 25 uur zouden gaan werken, zou dat gelijk zijn aan 425.000 extra arbeidskrachten. Als iedere Nederlandse werknemer voltijd zou werken, zou het arbeidstekort volledig opgelost zijn.
Vakbonden als CNV en FNV pleiten aan de cao-onderhandelingstafels vooral voor hogere lonen om de hoge inflatie en de krappe arbeidsmarkt aan te pakken. Zeker nu de inflatie al een tijdje erg hoog is moeten de lonen sterk omhoog, om daarmee de koopkracht van werknemers op peil te houden. "Het niet willen compenseren van de lonen voor de inflatie, maar wel van mensen verwachten dat ze meer uren gaan maken is feitelijk van mensen vragen om meer te gaan werken voor hetzelfde of zelfs minder", zegt Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van FNV.
Verder wijst FNV erop dat werk ook aantrekkelijk genoeg moet zijn om meer uren te werken. Zo moeten zaken zoals een lagere werkdruk, zeggenschap over de inhoud van werk en invloed op het werkrooster ook verbeteren.