Productiegroei Nederlandse industrie verder omlaag in juli

De productie van de Nederlandse industrie is ook in juli weer minder hard toegenomen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) lag de dagproductie in de zomermaand op jaarbasis 4,1 procent hoger, waar dat een maand eerder bijna 6 procent was. In mei bedroeg de groei nog 10 procent en in april was met een groei van 14 procent sprake van het hoogste productieniveau ooit gemeten.

Het CBS benadrukt vrijdag dat het productieniveau nog altijd op een hoog niveau ligt. Krap de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde meer dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de grotere branches realiseerden de transportmiddelen- en de machine-industrie de grootste groei. Hier speelt mee dat een aantal fabrieken vorig jaar nog stil lag vanwege een gebrek aan chips.

De productiecijfers verschillen de laatste tijd ook sterk per maand. In maart, de eerste maand na de uitbraak van de oorlog in Oekraïne, zakte de productiegroei bijvoorbeeld nog duidelijk terug. Op de achtergrond speelt ook mee dat elke maand wordt vergeleken met dezelfde maand vorig jaar, toen de coronasituatie in Nederland anders was dan nu.

Het statistiekbureau meldt daarnaast dat de stemming onder ondernemers in de industrie een stuk minder is geworden. Zo ging het ondernemersvertrouwen in augustus duidelijk omlaag ten opzichte van juli, al stond deze nog wel boven het langjarige gemiddelde. In Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor Nederlandse bedrijven, bleef het vertrouwen in augustus gelijk na een stevige daling een maand eerder. Ze waren pessimistischer over de huidige bedrijvigheid, maar minder negatief over de de toekomstige bedrijvigheid in vergelijking met juli.