De voormalige eigenaren van de failliete reisorganisatie D-reizen moeten meewerken aan de doorstart van het bedrijf. Zij weigerden mee te werken aan de verkoop van de merkrechten van het bedrijf voor 500.000 euro, maar de rechter heeft hen in een kort geding gesommeerd hun verzet te staken.
De voormalige eigenaren, de directeuren Marije Haeck en Jan Henne de Dijn, verkregen in december het recht om de merknaam van D-reizen te verkopen als financiële verplichtingen aan hen niet zouden worden nagekomen. Dit heet pandrecht.
Maar vervolgens ging D-reizen failliet. Curatoren slaagden er in een doorstart mogelijk te maken onder de vleugels van onlinereisbureau Prijsvrij, waarbij voor de merkrechten en intellectueel eigendom een half miljoen euro zou worden betaald. Het pandrecht op die rechten zou daarbij vervallen. De oud-eigenaren weigerden mee te werken en wilden de merkrechten zelf voor 2 miljoen euro kopen. Dit zouden ze niet in contanten afrekenen maar verrekenen met andere verplichtingen aan hen.
De curatoren stapten daarop naar de rechter. Ze stellen dat het verzet tegen de deal met Prijsvrij veel schade oplevert, omdat veel geredde banen alsnog dreigen te verdwijnen. Bovendien is het nog twijfelachtig of de pandrechten op de merknaam D-reizen rechtsgeldig zijn.
De rechter stelt de curatoren nu in het gelijk. Als de voormalige eigenaren van D-reizen niet meewerken aan de doorstart moeten zij een dwangsom van 50.000 euro betalen.
Prijsvrij wil bij de doorstart 140 winkels van D-reizen overnemen. Daarmee kunnen ongeveer 650 van de 1150 banen bij het failliete bedrijf behouden blijven.