Rabobank, een van de grootste financiers van de Nederlandse landbouw, vindt dat de krimp van de veestapel geen doel op zich moet worden in de plannen om de stikstofuitstoot omlaag te krijgen. Vorige week maakte het kabinet bekend dat de stikstofuitstoot in sommige gebieden tot wel 70 procent omlaag moet vanwege nabijgelegen natuurgebieden, wat betekent dat daar waarschijnlijk veel boeren weg moeten.
Volgens Rabobank valt niet te ontkennen dat er iets gedaan moet worden aan de stikstofuitstoot, waar de landbouw voor een groot deel verantwoordelijk voor is. "Het landbouwbeleid heeft een te grote impact op onze natuur en kent een overschrijding van nationale en internationale normen. Het is dan ook in de basis goed dat dit kabinet meer duidelijkheid geeft over de stikstofaanpak", verklaart topman Wiebe Draijer.
Maar Rabobank vreest dat bij de ingrepen voor natuurbehoud de nadruk te veel zal liggen op het verminderen van het aantal dieren in de veeteelt. De bank benadrukt in een persverklaring dat die krimp niet groter moet zijn dan strikt noodzakelijk. Bovendien is het "ambitieus" om zulke ingrijpende plannen voor de landbouw binnen slechts één jaar rond te krijgen, zoals minister Christianne van der Wal (Stikstof en Natuur) wil. Draijer zegt ook de emotie te voelen die de kabinetsplannen oproepen bij boeren.
Rabobank stelt dat ook andere sectoren moeten bijdragen aan de oplossing van het stikstofprobleem, zoals de industrie en de luchtvaart. Ook zou voor de boeren die nog wel door kunnen duidelijker gemaakt moeten worden hoe ze nog wel een gezond bedrijf kunnen runnen.
In een interview met Trouw stelt Draijer een uitruil voor tussen boerenbedrijven zonder opvolgers in gebieden waar het stikstofprobleem niet zo nijpend is en boerenbedrijven die wel verder willen maar dicht bij bedreigde natuur zijn gevestigd. In hetzelfde gesprek erkent hij dat het verminderen van het aantal boerenbedrijven Rabobank financieel zal raken. "Als er minder boeren zijn, hebben wij minder inkomsten."