Olie- en gasconcerns Shell en Eni zijn ook in hoger beroep in Milaan vrijgesproken van corruptie bij de aanschaf van exploitatierechten voor een olieveld voor de Nigeriaanse kust. Begin vorig jaar concludeerde een lagere rechter al dat claims tegen de Britse en Italiaanse maatschappijen en enkele bestuurders ongegrond waren.
Procureur-generaal Celestina Gravina vroeg bij het begin van de zitting in Milaan al om het hoger beroep af te blazen, omdat de zaak ongegrond zou zijn. Dat was een unicum voor het gerechtshof in Milaan, dat instemde met het verzoek.
Eerder tekenden de regering van Nigeria en een andere afdeling van het Openbaar Ministerie in Milaan beroep aan tegen de vrijspraak. Shell en Eni zijn nog niet volledig af van de zaak, waar al jarenlang onderzoek naar wordt gedaan. Nigeria wil in een civiele procedure financiële compensatie afdwingen.
Voor de aanschaf van exploitatierechten telden Shell en Eni in 2011 omgerekend 1,3 miljard euro neer. Rond de transactie hing een zweem van corruptie, omdat de Nigeriaanse regering het grootste deel van de opbrengst zou hebben doorgesluisd naar een bedrijf dat eigendom was van een omstreden oud-olieminister. Openbaar aanklagers in Italië spanden daarom een zaak aan tegen de concerns. Shell, Eni en de aangeklaagde bestuurders hebben altijd ontkend dat er iets verwijtbaars is gebeurd.