Het is voor bouwbedrijven niet mogelijk om van de ene op de andere dag stikstofloos te bouwen. Bouwmachines die nu nog op fossiele brandstoffen draaien, zijn niet snel te vervangen door elektrische alternatieven. Mede daarom is er een overgangsfase nodig voor bouwers om zich aan te passen aan strengere stikstofregels, vindt topman Ton Hillen van bouwbedrijf Heijmans.
"We zijn het ermee eens dat we de stikstof moeten terugdringen, maar we moeten voorkomen dat je haakse bochten gaat nemen", zei hij in een toelichting op de jaarcijfers van Heijmans. "Iedereen zegt dat het allemaal met elektrisch materieel moet, maar dat kan niet een, twee, drie."
De bestuursvoorzitter wijst erop dat de reeds aangeschafte machines een enorme post op de balans zijn. Het is volgens hem financieel onverantwoord om die direct van de hand te doen. Bovendien is de ontwikkeling van elektrisch materieel nog nauwelijks op gang gekomen omdat er alleen in Nederland en Noorwegen zoveel aandacht is voor stikstof, aldus Hillen.
Een verantwoorde overgangsfase zou volgens Hillen "zomaar tien jaar kunnen duren", maar ook vijftien jaar. "Vang me niet op de jaren. Maar binnen zo’n periode kun je stappen zetten naar meer elektrisch materieel."
De stikstofproblematiek werd vorig jaar urgent voor bouwers. De Raad van State verklaarde het Nederlandse beleid om kwetsbare natuurgebieden te beschermen tegen stikstof ongeldig. Veel bouwprojecten kwamen stil te liggen. Noodmaatregelen van de regering om een terugval in de bouw te voorkomen, zijn volgens Heijmans niet voldoende.