De Japanse autofabrikant Toyota boekte in het afgelopen kwartaal meer winst dan vooraf werd verwacht, ondanks de productieproblemen door tekorten aan onderdelen en chips. De grootste autoproducent ter wereld handhaafde daarbij zijn winstverwachting voor het hele boekjaar, dat loopt tot eind maart, maar schroefde wel zijn productiedoelstelling opnieuw terug.
Het autoconcern boekte in de verslagperiode een nettowinst van 791,7 miljard yen, zo'n 6 miljard euro. Dat is ongeveer 5 procent minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De winst viel wel ruimschoots hoger uit dan de 619,2 miljard yen (circa 4,7 miljard euro) die analisten hadden voorspeld.
Over de negen maanden tot en met december zag het bedrijf de nettowinst met bijna 58 procent stijgen ten opzichte van een jaar eerder. De omzet voor dezelfde periode steeg met dik 19 procent.
"Ondanks negatieve factoren zoals leveringsproblemen door het tekort aan halfgeleiders en de verspreiding van het coronavirus, en de forse stijging van de grondstofkosten, hebben we hogere omzet en winst behaald in de eerste negen maanden van het boekjaar", aldus het bedrijf.
Toyota noemde de coronapandemie en het chiptekort als oorzaken om de productieprognose voor het jaar iets te verlagen van 9 miljoen naar 8,5 miljoen voertuigen. In november had het bedrijf zijn productiedoelstelling al teruggebracht van 9,3 miljoen naar 9 miljoen.