Een juridisch conflict tussen voedingsmiddelen- en verzorgingsproductenmaker Unilever en dochterbedrijf Ben & Jerry is opgelost. Dat meldt Unilever zonder te zeggen wat die oplossing precies inhoudt. De twee partijen lagen overhoop over de verkoop van de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's en het recht van de Amerikaanse ijsmaker om zelf zeggenschap te hebben over ethische kwesties.
Ben & Jerry's is al jaren onderdeel van Unilever, maar behield het recht om zelf beleid te maken op het gebied van ethische kwesties. Zo heeft het Amerikaanse bedrijf al jaren een activistische houding op onder meer het gebied van lhbti+-rechten, rassengelijkheid en het klimaat.
De ijsfabrikant besloot vorig jaar dat het niet langer wilde dat zijn ijsjes op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever werden verkocht. Dat leidde tot heftige kritiek van nationalistische Israëliërs en sommige Joodse groeperingen. Ook verkochten diverse Amerikaanse staten hun aandelen Unilever omdat ze niet mogen investeren in bedrijven die Israël boycotten.
Unilever dacht het probleem te kunnen oplossen door de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's van de hand te doen, maar het onafhankelijke bestuur van Ben & Jerry's stapte daarop naar de Amerikaanse rechter. Het stelde dat de verkoop niet door mocht gaan omdat daarmee de vrijheid van de ijsmaker om eigen keuzes te maken op ethische gebieden werd geschaad. Unilever won een eerste zaak, maar er liep nog een tweede zaak.